English

Detailed Translations for reel from English to Dutch

reel:

reel [the ~] noun

  1. the reel (winder; coil; spool; )
    de spoel; werktuig om garen te winden; de haspel; de winding; winder; de klos
  2. the reel (spool; bobbin)
    de spoel
  3. the reel
    filmspoel; de spoel

to reel verb (reels, reeled, reeling)

  1. to reel (wind up; wind; reel in)
    opwikkelen; opwinden; haspelen; op een haspel winden; opklossen

Conjugations for reel:

present
  1. reel
  2. reel
  3. reels
  4. reel
  5. reel
  6. reel
simple past
  1. reeled
  2. reeled
  3. reeled
  4. reeled
  5. reeled
  6. reeled
present perfect
  1. have reeled
  2. have reeled
  3. has reeled
  4. have reeled
  5. have reeled
  6. have reeled
past continuous
  1. was reeling
  2. were reeling
  3. was reeling
  4. were reeling
  5. were reeling
  6. were reeling
future
  1. shall reel
  2. will reel
  3. will reel
  4. shall reel
  5. will reel
  6. will reel
continuous present
  1. am reeling
  2. are reeling
  3. is reeling
  4. are reeling
  5. are reeling
  6. are reeling
subjunctive
  1. be reeled
  2. be reeled
  3. be reeled
  4. be reeled
  5. be reeled
  6. be reeled
diverse
  1. reel!
  2. let's reel!
  3. reeled
  4. reeling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for reel:

NounRelated TranslationsOther Translations
filmspoel reel
haspel bobbin; coil; reel; roll; spool; turn; winder; winding
klos bobbin; coil; reel; roll; spool; turn; winder; winding bobbin
spoel bobbin; coil; reel; roll; spool; turn; winder; winding bobbin; bobbins; shuttle; spool; spools
werktuig om garen te winden bobbin; coil; reel; roll; spool; turn; winder; winding
winder bobbin; coil; reel; roll; spool; turn; winder; winding
winding bobbin; coil; reel; roll; spool; turn; winder; winding
- Scottish reel; Virginia reel; bobbin; spool
VerbRelated TranslationsOther Translations
haspelen reel; reel in; wind; wind up bungle; tinker
op een haspel winden reel; reel in; wind; wind up
opklossen reel; reel in; wind; wind up
opwikkelen reel; reel in; wind; wind up
opwinden reel; reel in; wind; wind up arouse; excite; stimulate; stir up
- careen; gyrate; keel; lurch; spin; spin around; stagger; swag; whirl
OtherRelated TranslationsOther Translations
- coil; coiling machine; coller; hasp; spindle; spool

Related Words for "reel":

  • unreel, reeling, reels

Synonyms for "reel":


Related Definitions for "reel":

  1. an American country dance which starts with the couples facing each other in two lines1
  2. a lively dance of Scottish Highlanders; marked by circular moves and gliding steps1
  3. a winder around which thread or tape or film or other flexible materials can be wound1
  4. winder consisting of a revolving spool with a handle; attached to a fishing rod1
  5. a roll of photographic film holding a series of frames to be projected by a movie projector1
  6. music composed for dancing a reel1
  7. wind onto or off a reel1
  8. walk as if unable to control one's movements1
  9. revolve quickly and repeatedly around one's own axis1

Wiktionary Translations for reel:


Cross Translation:
FromToVia
reel katrol; rol Rolle — eine drehbares, kreisförmiges Rad oder eine Walze, zum Beispiel:
reel klos; spoel bobine — Petit cylindre de bois qui est garnir d’un rebord à ses deux extrémités et qui sert à filer au rouet, à dévider du fil, de la soie, de l’or, etc.

Related Translations for reel



Dutch

Detailed Translations for reel from Dutch to English

reëel:


Translation Matrix for reëel:

NounRelated TranslationsOther Translations
real real
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
realistic reëel natuurgetrouw; realistisch
AdverbRelated TranslationsOther Translations
actually beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; werkelijk; zowaar
certainly beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; beslist; inderdaad; jawel; jazeker; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; waarlijk; zeker
definitely beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; definitief; inderdaad; jawel; jazeker; onverandelijk; onvoorwaardelijk; permanent; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorgoed; waarlijk; zeker
effectively echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
factually beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
genuinely beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
in fact echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; werkelijk
indeed beslist; echt; effectief; feitelijk; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; tja; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker; zonder twijfel; à propos
really beslist; echt; effectief; feitelijk; geheid; gewis; heus; metterdaad; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker daadwerkelijk; echt; eigenlijk; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; werkelijk; zowaar
sure enough echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk waarachtig
surely beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
truly beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker echt; heus; inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar; werkelijk
truthfully beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
OtherRelated TranslationsOther Translations
certainly ja hoor; natuurlijk!
indeed inderdaad; ja
ModifierRelated TranslationsOther Translations
real echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; echt; echte; eigenlijk; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; onvervalst; werkelijk; werkelijke
sure echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk absoluut; beslist; geheid; gewis; heus; ja; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Wiktionary Translations for reëel:

reëel
adjective
  1. met de werkelijkheid overeenstemmend
reëel
adjective
  1. factual, real, not just apparent or even false
  2. existing in act or reality, not just potentially
  3. economics: having been adjusted to remove the effects of inflation
  4. mathematics: relating to numbers with a one-to-one correspondence to the points on a line
  5. -

Cross Translation:
FromToVia
reëel real real — in materieller Form vorhanden
reëel real; true; genuine; legitimate; actual; practical réelvéritable, effectif, vrai, sans fiction ni figure.