Summary
English
Detailed Translations for fingerboard from English to Dutch
fingerboard: (*Using Word and Sentence Splitter)
- finger: vingeren; vinger; finger; Finger-opdracht gebruiken
- board: beheer; bestuur; leiding; directie; lat; schroot; smalle plank; enteren; plaatsen; onderbrengen; huisvesten; herbergen; onderdak geven; kostgeld; onderdak verschaffen; iemand onderdak verlenen; inpakken; verpakken; inwikkelen; emballeren; deel; aandeel; part; legbord; kartonneren; hoofdbestuur
fingerboard:
Translation Matrix for fingerboard:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | clavier; fingerpost; piano keyboard |
Synonyms for "fingerboard":
Related Definitions for "fingerboard":
Wiktionary Translations for fingerboard:
fingerboard
noun
-
part of musical instrument
- fingerboard → toets