Summary
English to Dutch: more detail...
Dutch to English: more detail...
-
half-open:
-
Wiktionary:
halfopen → ajar
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for half-open from English to Dutch
half-open: (*Using Word and Sentence Splitter)
- half: half; tweede; helft; middenspeler; halfspeler
- open: open; openmaken; opendoen; openen; inleiden; toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; niet dicht; vrij; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; opendraaien; onverholen; onbewimpeld; openslaan; eerlijk; rechtschapen; starten; frank; inluiden; rechttoe; ontsluiten; ontgrendelen; openklappen; loskrijgen; open krijgen; beginnen; aanbreken; een begin nemen; losgaan; opengaan; gulweg; onbedekt; opengooien; onoverdekt; onverhuld; vrije ruimten; openwerpen
Wiktionary Translations for half-open:
Related Translations for half-open
Dutch
Detailed Translations for half-open from Dutch to English
half-open: (*Using Word and Sentence Splitter)
- half: half
- open: open; fair; plain; sincere; straight; honest; straightforward; not closed; accessible; frank; amenable; approachable; true; upright; straight on; straight ahead
- openen: start; open; introduce; turn on; unlock; open up; unscrew; extend; add; expand; swell; widen; build out; add on to; bring up; broach; put forward; cut into; broach a subject; put on the table; release; publish; uncover; make public