Summary
English to Dutch: more detail...
-
cross-national:
-
Wiktionary:
cross-national → grensoverschrijdend
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for cross-national from English to Dutch
cross-national: (*Using Word and Sentence Splitter)
- cross: overschrijden; kruis; gebaar na gebed; kruisvorm; boos; kwaad; giftig; nijdig; verbolgen; gebelgd; vertoornd; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; kruisje; teleurstellen; tegenvallen; afvallen; benadelen; ontgoochelen; frustreren; duperen; laten zakken; kruisbeeld; crucifix; oversteken; narrig
- national: binnenlandse; nationale; nationaal; vaderlands; staatsburger
Wiktionary Translations for cross-national:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• cross-national | → grensoverschrijdend | ↔ transnational — Qui traverse deux ou plusieurs pays. |