English
Detailed Translations for seize up from English to Dutch
seize up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- seize: pakken; vangen; grijpen; vatten; klauwen; verstrikken; kopen; verwerven; eigen maken; in beslag nemen; confisqueren; verkrijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen; veroveren; klemmen; knellen; omklemmen; aanpakken; ingrijpen; zich bedienen; toetasten; toegrijpen; betrappen; snappen; aanhouden; oppakken; arresteren; gevangennemen; inrekenen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; bemachtigen; buitmaken; vastpakken; vastklampen; aanklampen; beetpakken; beetgrijpen; verbeurdverklaren; bevangen
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe