English
Detailed Translations for be able to from English to Dutch
be able to: (*Using Word and Sentence Splitter)
- be: zijn; zich bevinden; uithangen; bevinden; vormen; modelleren; boetseren; vorm geven
- able: in staat; fysiek in staat; geschikt; bekwaam; capabel; competent; deskundig; vakkundig; vakbekwaam; oordeelkundig; ter zake kundig; knap; intelligent; handig; vaardig; kundig; behendig; bedreven; geoefend
- to: tot; totdat; tot bij; aan; naar; toe; naar toe; bij; erbij; erop; ergens naartoe; tot aan; ertoe; ten; ten strijde; te; ernaar; tot en met; t/m
Spelling Suggestions for: be able to
Wiktionary Translations for be able to:
be able to
Cross Translation:
verb
be able to
-
have ability to
- be able to → kunnen
verb
-
in staat zijn
- kunnen → can; be able to
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• be able to | → kunnen | ↔ können — etwas zu tun vermögen |
• be able to | → kunnen; mogen | ↔ pouvoir — Être capable, avoir la faculté, être en état de |
External Machine Translations: