Summary
English to Dutch: more detail...
-
set:
- leggen; plaatsen; zetten; deponeren; neerleggen; stationeren; neerzetten; inklinken; ondergaan; zinken; onder water gaan; situeren; zich afspelen; initiëren; op gang brengen; synchroniseren; gelijkzetten; stremmen; stijf worden
- set; partij; bepaalde hoeveelheid; wedstrijd; concours; strijd; pot; stel; koppel; groep van twee of meer; span; accumulatie; groep; bende; samenscholing; troep; hoop; manche; onderonsje; kliek; benoemde set
- strakgespannen; strak; star; verstard
-
Wiktionary:
- set → zetten, neerzetten, bepalen, aanpassen, instellen, dekken, introduceren, opdragen, harden, ondergaan, afstellen
- set → toestel, verzameling, set, serie, drift, stel
- set → klaar, klare, voorbereid, voorbereide, ingesteld, ingestelde
- set → zetten, apparaat, inrichting, hulpmiddelen, toestel, aanwenden, benutten, gebruiken, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, doen, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen, aanzetten, voordoen, componeren, maken, scheppen, schrijven, samenstellen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken, determineren, nauwkeurig bepalen, belezen, bewegen, doen besluiten, overhalen, bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen, definiëren, omschrijven, mouw, indoen, inleggen, inzetten, beklimmen, monteren, instappen, in de trein stappen, in een auto stappen, voorschrijven, dienst, eetservies, servies, afdeling, geleding, sectie, ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats, beleggen, houden, uitschrijven, situeren, stationeren, identificeren, vereenzelvigen
Dutch to English: more detail...
English
Detailed Translations for set from English to Dutch
set:
-
to set (deposit; lay; place; laydown; situate; put down; set down; station)
-
to set
-
to set (sink; perish; suffer; succumb; submerge; go under)
-
to set (situate; place; locate; post; station; put)
-
to set (initiate; start off)
-
to set (synchronize; synchronise)
synchroniseren; gelijkzetten-
synchroniseren verb (synchroniseer, synchroniseert, synchroniseerde, synchroniseerden, gesynchroniseerd)
-
-
to set (coagulate; solidify)
-
to set (go down; go under)
– disappear beyond the horizon 1
Conjugations for set:
present
- set
- set
- sets
- set
- set
- set
simple past
- set
- set
- set
- set
- set
- set
present perfect
- have set
- have set
- has set
- have set
- have set
- have set
past continuous
- was setting
- were setting
- was setting
- were setting
- were setting
- were setting
future
- shall set
- will set
- will set
- shall set
- will set
- will set
continuous present
- am setting
- are setting
- is setting
- are setting
- are setting
- are setting
subjunctive
- be set
- be set
- be set
- be set
- be set
- be set
diverse
- set!
- let's set!
- set
- setting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the set (games)
-
the set (certain amount; bunch)
-
the set (match; competition; contest; game; play)
-
the set (match pair; team)
-
the set (assembling; crowd; accumulation; bunch; gathering; gang; collection; clutter; party)
-
the set (heat; round)
-
the set (clique; coterie; private chat; small circle)
-
the set (named set)
– A grouping of dimension members or items from a data source that are named and treated as a single unit and can be referenced or reused multiple times. 2 -
the set
– A named collection of objects. Typically sets are used to organize resources based on rules. 2
-
set (taut; fixed)
-
set (fixed; rigid; stern; star; stiff; petrified; fossilized; fossilised)
Translation Matrix for set:
Related Words for "set":
Synonyms for "set":
Antonyms for "set":
Related Definitions for "set":
Wiktionary Translations for set:
set
Cross Translation:
verb
set
-
to put something down
- set → zetten; neerzetten
-
to determine
- set → bepalen
-
to adjust
-
to arrange with dishes and cutlery
- set → dekken
-
to introduce
- set → introduceren
-
to arrange type
- set → zetten
-
to devise and assign work
- set → opdragen
-
to solidify
- set → harden
-
of a heavenly body: to disappear below the horizon
- set → ondergaan
-
device for receiving broadcast radio waves; a radio or television
- set → toestel
-
matching collection of similar things, such as a set of tables
- set → verzameling; set
-
collection of various objects for a particular purpose, such as a set of tools
- set → set
-
object made up several parts, such as a set of steps
- set → serie
-
set theory: collection of objects
- set → verzameling; set
-
group of people, usually meeting socially
- set → verzameling; set
-
in tennis
- set → set
-
ready, prepared
- set → klaar; klare; voorbereid; voorbereide
-
intent, determined
- set → ingesteld; ingestelde
verb
-
regelbare parameters zo kiezen dat een toestel voor een bepaald doel gereed is
-
het op juiste wijze afregelen van een toestel
Cross Translation:
Set:
Translation Matrix for Set:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | Seth |
Related Definitions for "Set":
Related Translations for set
Dutch
Detailed Translations for set from Dutch to English
set:
-
de set
-
de set
-
de set (benoemde set)
Translation Matrix for set:
Noun | Related Translations | Other Translations |
games | set | manches; match; matches; runs |
named set | benoemde set; set | |
set | benoemde set; set | accumulatie; bende; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; span; stel; strijd; troep; wedstrijd |
Verb | Related Translations | Other Translations |
set | deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
set | star; strak; strakgespannen; verstard |
Related Words for "set":
Wiktionary Translations for set:
set
noun
-
equipment
-
matching collection of similar things, such as a set of tables
- set → verzameling; set
-
collection of various objects for a particular purpose, such as a set of tools
-
set theory: collection of objects
- set → verzameling; set
-
group of people, usually meeting socially
- set → verzameling; set
-
in tennis