English
Detailed Translations for make friends from English to Dutch
make friends: (*Using Word and Sentence Splitter)
- make: maken; scheppen; in het leven roepen; merk; maak; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; makelij
- Friends: vrienden
- friend: vriend; vriendje; maatje; kameraad; pal; makker; gabber; kompaan; kameraadje; kennis; bekende; compagnon; kornuit; spitsbroeder; maat; partner; gezel; gabbertje; makkertje; intimus
- friends: kameraden; vrienden
Wiktionary Translations for make friends:
make friends
verb
-
to create friendships
- make friends → bevriend raken
External Machine Translations: