English
Detailed Translations for afterplay from English to Dutch
afterplay: (*Using Word and Sentence Splitter)
- after: na; achter; nadat; later dan; daarna; later; nadien; naderhand; achterna
- play: spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen; marge; speling; speelruimte; stuk; drama; toneelstuk; schouwspel; spel; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; bespelen; potje; gespeel; kinderspel; partijtje; wedstrijdje; stoeien; dollen; ravotten; zich uitleven; wild spelen; wild rennen; afspelen; capriool
- Play: Afspelen