English
Detailed Translations for bridgetender from English to Dutch
bridgetender: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bridge: brug; overbruggen; samenvoegen; combineren; bijeen voegen; verbinden; onderling verbinden; van verband voorzien; commandobrug; netwerkbrug
- tender: aanbesteding; fijn; teder; delicaat; tenger; iel; frèle; tender; kolenwagen; kolenkar; zwak; kwetsbaar; breekbaar; teer; broos; fragiel; mals; fijngevoelig; fijnzinnig; teergevoelig; teerbesnaard; murw; betalingsmethode
Wiktionary Translations for bridgetender:
bridgetender
noun
bridgetender
-
someone who maintains and/or operates a bridge
- bridgetender → brugwachter
noun
-
beambte die een beweegbare brug bedient
Dutch