English
Dutch
Detailed Translations for lurk from Dutch to English
lurken:
Conjugations for lurken:
o.t.t.
- lurk
- lurkt
- lurkt
- lurken
- lurken
- lurken
o.v.t.
- lurkte
- lurkte
- lurkte
- lurkten
- lurkten
- lurkten
v.t.t.
- heb gelurkt
- hebt gelurkt
- heeft gelurkt
- hebben gelurkt
- hebben gelurkt
- hebben gelurkt
v.v.t.
- had gelurkt
- had gelurkt
- had gelurkt
- hadden gelurkt
- hadden gelurkt
- hadden gelurkt
o.t.t.t.
- zal lurken
- zult lurken
- zal lurken
- zullen lurken
- zullen lurken
- zullen lurken
o.v.t.t.
- zou lurken
- zou lurken
- zou lurken
- zouden lurken
- zouden lurken
- zouden lurken
diversen
- lurk!
- lurkt!
- gelurkt
- lurkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for lurken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gulp | slikbeweging | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
gulp | lurken; slurpen; zuigen | doorslikken; slikken |
suck | lurken; sabbelen; slurpen; zuigen | afzuigen; fellatio doen; opzuigen; pijpen; wegzuigen; zuigen |