English
Detailed Translations for fell a tree from English to Dutch
fell a tree: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fall: vallen; sterven; overlijden; doodgaan; wegvallen; omkomen; bezwijken; sneuvelen; inslapen; heengaan; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; herfst; najaar; flikkeren; kiepen; tuimelen; kieperen; afname; daling; val; terugloop; minder worden; landing; zakken; kelderen; raken; treffen; terechtkomen; achteruitgang; inzinking; vermindering; teruggang; ondergaan; ten ondergaan; te gronde gaan; herfsttijd; prijsverlaging; prijsdaling; deflatie; baisse; sodemieteren; instorting; neervallen; erin vallen
- fell: hakken; kappen; vellen; omhakken; houwen; bomen kappen
- A: EVERYONE; A
- a: een; eentje
- tree: boom; structuur
Wiktionary Translations for fell a tree:
Related Translations for fell a tree
Dutch