English
Detailed Translations for broken bone from English to Dutch
broken bone: (*Using Word and Sentence Splitter)
- break: breken; stukbreken; aan stukken breken; pauze; onderbreking; tussenpoos; breuk; fractuur; kapot maken; slechten; rustpauze; verpozing; rust; rusttijd; rustpoos; moeren; kapotmaken; mollen; in stukken breken; kapotbreken; uitbreken; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; inslaan; verbrijzelen; kapotslaan; stukslaan; aan stukken slaan; met opzet kapotmaken; lunch; middagpauze; lunchpauze; lunchtijd; schafttijd; schaftuur; kapotgaan; stukgaan; speelkwartier; onklaar raken; knakken; ingooien; lichten; licht worden; zich misdragen
- broken: stuk; kapot; gebroken; defect; onklaar; in stukken; aan stukken; geruineerd; naar de knoppen; aan scherven; verbroken; stukgebroken; beschadigd; gebarsten; geradbraakt; geknikt
- bone: bot; been; ledemaat; afhalen; villen; stropen; uitbenen; afstropen; benen; kluif; merg; het binnenste van iets
Wiktionary Translations for broken bone:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• broken bone | → breuk | ↔ Bruch — Anatomie: eine Knochenfraktur bei Menschen und Tieren |
External Machine Translations: