Summary
English to Dutch: more detail...
-
related by marriage:
-
Wiktionary:
related by marriage → aangehuwd
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for related by marriage from English to Dutch
related by marriage: (*Using Word and Sentence Splitter)
- relate: relateren; spreken; praten; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; kwekken; wauwelen; snateren
- related: verwant; gerelateerd; geallieerd
- by: door; als gevolg van; ten gevolge van; ingevolge
- marriage: echt; huwelijk; burgerlijke staat; echtverbintenis; bruiloft; trouwerij; trouwdag; huwelijksdag; bruiloftsdag; huwelijksfeest; bruiloftsfeest; huwelijksvoltrekking; huwelijkssluiting
Wiktionary Translations for related by marriage:
related by marriage
adjective
-
aangetrouwd; getrouwd met