English
Detailed Translations for wardrob from English to Dutch
wardrob: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ward: buurt; centrum; wijk; plein; woonwijk; buitenwijk; stadsdeel; stadswijk; stadskwartier; handelswijk; afdeling; tak; departement; sectie; detachement; pupil; beschermeling; protégé; jonge leerling
- rob: overvallen; overrompelen; beroven; bestelen; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; jatten; inpikken; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; inbreken; binnen breken; een inbraak doen; roven; ladelichten
Wiktionary Translations for wardrob:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wardrob | → spiegelkast | ↔ armoire à glace — Meuble à miroir |