Summary
English to Dutch: more detail...
- monster:
-
Wiktionary:
- monster → monsterachtig, monstrueus
- monster → gedrocht, monster, monstertje, ondier
Dutch to English: more detail...
English
Detailed Translations for monster from English to Dutch
monster:
-
the monster (ogre; monstrosity; beast)
– an imaginary creature usually having various human and animal parts 1 -
the monster (colossus; whopper)
– someone or something that is abnormally large and powerful 1 -
the monster (colossus; hulk)
– someone or something that is abnormally large and powerful 1 -
the monster
Translation Matrix for monster:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bakbeest | colossus; hulk; monster | |
gedrocht | beast; monster; monstrosity; ogre | |
gevaarte | colossus; hulk; monster; whopper | |
joekel | colossus; monster; whopper | big man; colossus; giant; jumbo; whopper |
kanjer | colossus; monster; whopper | hunk; stunner |
knaap | colossus; monster; whopper | |
knoert | colossus; monster; whopper | battle-axe; giant; whopper |
kokker | colossus; monster; whopper | |
kokkerd | colossus; monster; whopper | big nose; bulb-nose; bulbous nose |
kolos | colossus; hulk; monster | |
loei | colossus; monster; whopper | |
misbaksel | beast; monster; monstrosity; ogre | |
monster | beast; monster; monstrosity; ogre | example; model; sample; specimen |
mormel | beast; monster; monstrosity; ogre | |
ondier | monster | |
wangedrocht | beast; monster; monstrosity; ogre | |
wanschepsel | beast; monster; monstrosity; ogre | |
- | behemoth; colossus; daemon; demon; devil; fiend; freak; giant; goliath; lusus naturae; monstrosity; ogre; teras | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | beast; brute |
Related Words for "monster":
Synonyms for "monster":
Related Definitions for "monster":
Wiktionary Translations for monster:
monster
adjective
monster
-
very large
- monster → monsterachtig; monstrueus
-
bizarre or whimsical creature
-
badly behaved child
- monster → monstertje
-
terrifying dangerous creature
- monster → monster
noun
-
schrikwekkend wezen
-
monster, gedrocht, wangedrocht, wanproduct
Dutch
Detailed Translations for monster from Dutch to English
monster:
Translation Matrix for monster:
Related Words for "monster":
monsteren:
-
monsteren (keurend bekijken)
-
monsteren (monsters nemen; keuren)
Conjugations for monsteren:
o.t.t.
- monster
- monstert
- monstert
- monsteren
- monsteren
- monsteren
o.v.t.
- monsterde
- monsterde
- monsterde
- monsterden
- monsterden
- monsterden
v.t.t.
- heb gemonsterd
- hebt gemonsterd
- heeft gemonsterd
- hebben gemonsterd
- hebben gemonsterd
- hebben gemonsterd
v.v.t.
- had gemonsterd
- had gemonsterd
- had gemonsterd
- hadden gemonsterd
- hadden gemonsterd
- hadden gemonsterd
o.t.t.t.
- zal monsteren
- zult monsteren
- zal monsteren
- zullen monsteren
- zullen monsteren
- zullen monsteren
o.v.t.t.
- zou monsteren
- zou monsteren
- zou monsteren
- zouden monsteren
- zouden monsteren
- zouden monsteren
en verder
- ben gemonsterd
- bent gemonsterd
- is gemonsterd
- zijn gemonsterd
- zijn gemonsterd
- zijn gemonsterd
diversen
- monster!
- monstert!
- gemonsterd
- monsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for monsteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
assessing | keurend bekijken; monsteren | |
examining | keurend bekijken; monsteren | keuring |
reviewing | keurend bekijken; monsteren | |
sample | model; monster; proefje; proeve; sample; specimen; staal; staaltje; voorbeeld | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
inspect | keuren; monsteren; monsters nemen | aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; inspecteren; keuren; kijken; nagaan; nakijken; onderzoeken; overzien; schouwen; testen; toeschouwen |
sample | keuren; monsteren; monsters nemen | keuren; proberen; proeven |
take samples | keuren; monsteren; monsters nemen |