English
Detailed Translations for hereat from English to Dutch
hereat: (*Using Word and Sentence Splitter)
- her: haar
- eat: gebruiken; eten; nuttigen; consumeren; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; opeten; leegeten; vreten; opvreten; schaften; lessen; tegoed doen; laven; lenigen; souperen
Spelling Suggestions for: hereat
External Machine Translations:
Dutch