Summary
English to Dutch: more detail...
-
piece of clothing:
-
Wiktionary:
piece of clothing → kledingstuk
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for piece of clothing from English to Dutch
piece of clothing: (*Using Word and Sentence Splitter)
- piece: deel; stuk; gedeelte; part; fractie; stukje; eindje; partje; fragmentje; klein stukje; snippertje; mooi persoon; speelstuk; aandeel; plakje; schijfje; klontje; klompje; klontertje; brokje; kleine brok; artikel
- of: van; van de zijde van
- clothe: bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien
- clothing: kleding; plunje; aantrekken; aankleden; aandoen; kleden; kleren; tenue; gewaad; uniform; kledingstuk
Spelling Suggestions for: piece of clothing
Wiktionary Translations for piece of clothing:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• piece of clothing | → kledingstuk | ↔ vêtement — Objet de tissu, ... couvrant le corps, utilisé pour se protéger, se parer ou respecter les conventions sociales. |
External Machine Translations: