Summary
English to Dutch: more detail...
- blasphemy:
-
Wiktionary:
- blasphemy → godslastering, blasfemie
English
Detailed Translations for blasphemy from English to Dutch
blasphemy:
-
the blasphemy
-
the blasphemy (backbiting; slander; gossip; mudslinging; profanity; vilification; defamation; tittle-tattle; scandal; scandal-mongering; small talk)
de kwaadsprekerij; zwartmaken; de roddelpraat; de roddel; de laster; het lasterpraatje; het geroddel; de lastering; de achterklap -
the blasphemy (slanderous language)
de lastertaal
Translation Matrix for blasphemy:
Related Words for "blasphemy":
Synonyms for "blasphemy":
Related Definitions for "blasphemy":
Wiktionary Translations for blasphemy:
blasphemy
noun
blasphemy
-
Irreverence toward something sacred
- blasphemy → godslastering; blasfemie
noun
-
een uiting die als belastering van de godheid gezien wordt
-
belediging of bespotting van God/een godheid
External Machine Translations: