English
Detailed Translations for April fool from English to Dutch
April fool: (*Using Word and Sentence Splitter)
- April: april
- fool: voor de gek houden; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; sukkel; sufferd; uilskuiken; stommeling; uilenbal; minkukel; rund; oen; sul; stommerd; stommerik; onnozele; druiloor; kalfskop; schapenkop; schaapskop; onnozele hals; beetnemen; beet nemen; gek; idioot; dwaas; imbeciel; zot; wijsmaken; malloot; pias; mallerd; zottin; afzetten; waanzinnige; zwakzinnige; geschifte; onnozelaar; dommerik; achterlijke; onbenul; in het ootje nemen; simpele ziel; onnozele kerel
april fool:
Synonyms for "april fool":
April fool:
Related Definitions for "April fool":
Wiktionary Translations for April fool:
April fool
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• April fool | → aprilgrap | ↔ poisson d’avril — plaisanterie que l’on fait le premier avril. |