English
Detailed Translations for clothing shop from English to Dutch
clothing shop: (*Using Word and Sentence Splitter)
- clothe: bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien
- clothing: kleding; plunje; aantrekken; aankleden; aandoen; kleden; kleren; tenue; gewaad; uniform; kledingstuk
- shop: winkel; winkelzaak; winkelen; inkopen; inslaan; boodschappen doen; inkopen doen; bedrijf; zaak; onderneming; firma; werkplaats
Spelling Suggestions for: clothing shop
Wiktionary Translations for clothing shop:
clothing shop
noun
-
een winkel die zich specialiseert in de verkoop van kleding
External Machine Translations: