Summary
English to Dutch: more detail...
-
set back:
-
Wiktionary:
set back → achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, toegeven, afstaan, wijken -
Synonyms for "setback":
reverse; reversal; blow; black eye; happening; occurrence; occurrent; natural event -
Synonyms for "set back":
postpone; prorogue; hold over; put over; table; shelve; defer; remit; put off; delay
impede; hinder
knock back; put back; cost; be -
Synonyms for "set-back":
setoff; offset; structure; construction
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for set back from English to Dutch
set back: (*Using Word and Sentence Splitter)
- set: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; set; strakgespannen; bepaalde hoeveelheid; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; koppel; stel; span; inklinken; groep van twee of meer; ondergaan; strak; situeren; zinken; star; zich afspelen; verstard; onder water gaan; groep; hoop; troep; bende; initiëren; op gang brengen; accumulatie; samenscholing; synchroniseren; gelijkzetten; manche; onderonsje; kliek; stremmen; stijf worden; benoemde set
- Back: Terug
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
setback:
Translation Matrix for setback:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | black eye; blow; reversal; reverse |
Synonyms for "setback":
Related Definitions for "setback":
set back:
Translation Matrix for set back:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | knock back; put back |
Synonyms for "set back":
Related Definitions for "set back":
Wiktionary Translations for set back:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• set back | → achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken | ↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière. |
set-back:
Translation Matrix for set-back:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | offset; setoff |
Synonyms for "set-back":
Related Definitions for "set-back":
Related Translations for set back
Dutch