English
Detailed Translations for confer a favor from English to Dutch
confer a favor: (*Using Word and Sentence Splitter)
- confer: toewijzen; toekennen; gunnen; toebedelen; iets toekennen; verdelen; uitdelen; uitreiken; ronddelen; rondgeven; rondreiken
- A: EVERYONE; A
- a: een; eentje
- favor: dienst; gunst; bevoordelen; voortrekken; begunstigen; bevoorrechten; voorschuiven; begunstiging; bevoorrechting; voorrechten toekennen; iemand begunstigen
Wiktionary Translations for confer a favor:
confer a favor
verb
-
betuigen; een dienst bewijzen