Summary
English to Dutch: more detail...
-
downsize:
-
Wiktionary:
downsize → afvloeien, afdanken, reorganizeren, afslanken
downsize → in discrediet brengen, herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten, ruïneren, te gronde richten, ten val brengen, verderven, aflaten, laten zakken, neerhalen, inkorten, verminderen, kleineren, afbreken, afgeven op, afkammen, trekken, een streep trekken, neerlaten, strijken, vellen, afdraaien, verlagen, kleinmaken, vernederen, verootmoedigen
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for downsize from English to Dutch
downsize: (*Using Word and Sentence Splitter)
- down: dons; nesthaar; beneden; af; neer; omlaag; naar beneden; onderuithalen; tekkelen; onderuit; omver; van onderen; kapok
- size: maat; mate; afmeting; grootte; omvang; formaat; dimensie; aantal; hoeveelheid; kwantiteit; inhoud; volume; grootte in de ruimte; vorm; figuur; gestalte; gedaante; postuur; lichaamspostuur; grootte wijzigen
downsize:
Related Definitions for "downsize":
Wiktionary Translations for downsize:
downsize
Cross Translation:
verb
-
To terminate the employment of
-
To reduce the workforce of
- downsize → reorganizeren; afslanken
-
To reduce in size or number
- downsize → reorganizeren; afslanken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• downsize | → in discrediet brengen; herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten; ruïneren; te gronde richten; ten val brengen; verderven; aflaten; laten zakken; neerhalen; inkorten; verminderen; kleineren; afbreken; afgeven op; afkammen; trekken; een streep trekken; neerlaten; strijken; vellen; afdraaien; verlagen; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen | ↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur. |
• downsize | → herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten | ↔ réduire — restreindre, diminuer, ou faire diminuer. |