Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. intercept:
  2. Wiktionary:


English

Detailed Translations for intercept from English to Dutch

intercept:

intercept verb

  1. intercept (catch on the way; receive)
    opvangen; onderscheppen; ondervangen; afvangen; onderweg opvangen
    • opvangen verb (vang op, vangt op, ving op, vingen op, opgevangen)
    • onderscheppen verb (onderschep, onderschept, onderschepte, onderschepten, onderschept)
    • ondervangen verb (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
    • afvangen verb (vang af, vangt af, ving af, vingen af, afgevangen)

Translation Matrix for intercept:

NounRelated TranslationsOther Translations
afvangen catching in
VerbRelated TranslationsOther Translations
afvangen catch on the way; intercept; receive
onderscheppen catch on the way; intercept; receive
ondervangen catch on the way; intercept; receive abolish; annul; cancel; meet with objections; neutralise; neutralize; nullify; undo; unhitch; unpick
onderweg opvangen catch on the way; intercept; receive
opvangen catch on the way; intercept; receive accomodate; admit; bear; capture; catch; give shelter
- bug; stop; tap; wiretap

Related Words for "intercept":


Synonyms for "intercept":


Related Definitions for "intercept":

  1. the point at which a line intersects a coordinate axis1
  2. seize on its way1
    • The fighter plane was ordered to intercept an aircraft that had entered the country's airspace1
  3. tap a telephone or telegraph wire to get information1

Wiktionary Translations for intercept:

intercept
verb
  1. to gain possession of
intercept
verb
  1. ervoor zorgen dat iets dat onderweg is zijn bestemming niet haalt

Cross Translation:
FromToVia
intercept onderscheppen abfangen — jemanden oder etwas auf seinem Weg aufhalten, an seiner Zielerreichung hindern