Summary
English to Dutch: more detail...
-
outsource:
-
Wiktionary:
outsource → uitbesteden - User Contributed Translations for outsource:
uitbesteden -
Synonyms for "outsource":
source
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for outsource from English to Dutch
outsource: (*Using Word and Sentence Splitter)
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
- source: bron; rivierbron; afkomst; herkomst; origine; afstamming; komaf; oorsprong; bakermat; gegevensbron; bronvoorziening
Spelling Suggestions for: outsource
outsource:
Synonyms for "outsource":
Related Definitions for "outsource":
Wiktionary Translations for outsource:
outsource
verb
-
transfer of business to a third party
- outsource → uitbesteden
User Contributed Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
outsource | uitbesteden | 10 |
External Machine Translations: