Sympathise: translate English

English

Detailed Translations for sympathise from English to Dutch

to sympathise (share an ideology; sympathize)
sympathiseren; ideologie delen
- sympathiseren verb (sympathiseer, sympathiseert, sympathiseerde, sympathiseerden, gesympathiseerd)
- ideologie delen verb
to sympathise (sympathize)
medeleven; meeleven
- medeleven verb (leef mede, leeft mede, leefde mede, leefden mede, medegeleefd)
- meeleven verb (leef mee, leeft mee, leefde mee, leefden mee, meegeleefd)
to sympathise (condole; sympathize; commiserate)
condoleren; medeleven betuigen
- condoleren verb (condoleer, condoleert, condoleerde, condoleerden, gecondoleerd)
- medeleven betuigen verb
to sympathise (sympathize; conceive; imagine; feel empathy for; be in sympathy with; intend; think; feel)
inleven; voelen; meeleven; invoelen
- inleven verb (leef in, leeft in, leefde in, leefden in, ingeleefd)
- voelen verb (voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
- meeleven verb (leef mee, leeft mee, leefde mee, leefden mee, meegeleefd)
- invoelen verb (voel in, voelt in, voelde in, voelden in, ingevoeld)

Noun	Related Translations	Other Translations
medeleven		condolence; sympathy
meeleven		sympathizing
voelen		feeling; scanning; sensing
Verb	Related Translations	Other Translations
condoleren	commiserate; condole; sympathise; sympathize
ideologie delen	share an ideology; sympathise; sympathize
inleven	be in sympathy with; conceive; feel; feel empathy for; imagine; intend; sympathise; sympathize; think
invoelen	be in sympathy with; conceive; feel; feel empathy for; imagine; intend; sympathise; sympathize; think
medeleven	sympathise; sympathize
medeleven betuigen	commiserate; condole; sympathise; sympathize
meeleven	be in sympathy with; conceive; feel; feel empathy for; imagine; intend; sympathise; sympathize; think	commiserate; condole; feel with someone; pity; sympathize with; take pity
sympathiseren	share an ideology; sympathise; sympathize
voelen	be in sympathy with; conceive; feel; feel empathy for; imagine; intend; sympathise; sympathize; think	attend; encounter; experience; feel; grope; notice; observe; perceive; see; sense; touch; witness
-	commiserate; empathise; empathize; sympathize; understand

Cross Translation:

From	To	Via
• sympathise	→ beklagen; medelijden hebben; medelijden hebben met	↔ compatir — toucher de compassion pour les maux d’autrui.