Summary
English to Dutch: more detail...
-
telephone number:
-
Wiktionary:
telephone number → telefoonnummer -
Synonyms for "telephone number":
phone number; number; signal; signaling; sign
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for telephone number from English to Dutch
telephone number: (*Using Word and Sentence Splitter)
- telephone: telefoon; telefoontoestel; bellen; telefoneren; door de telefoon praten; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen
- numb: verdoofd; gevoelloos; niet-voelend; geen pijn voelend; verkleumd; verkleumen
- number: aantal; hoeveelheid; kwantiteit; cijfer; getal; nummer; numero; volgnummer; rangnummer; nummeren; kwantum; quantum; rangcijfer
telephone number:
Translation Matrix for telephone number:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | number; phone number |
Synonyms for "telephone number":
Related Definitions for "telephone number":
Wiktionary Translations for telephone number:
telephone number
noun
telephone number
-
digits assigned to a telephone
- telephone number → telefoonnummer
noun
-
een uniek nummer toegewezen aan een telefoonaansluiting