English
Detailed Translations for washing-bear from English to Dutch
washing-bear: (*Using Word and Sentence Splitter)
- wash: wassen; uitwassen; afspoelen; schoonmaken; reinigen; zuiveren; golfslag; schoonpoetsen; omslaan van golven; kielzog; kielwater; uitspoelen; omspoelen met water
- washing: wassen; reinigen; wassing; schoonmaken; schoonmaak; reiniging; zuivering; kuis; kuising; goed; wasgoed
- bear: dragen; volhouden; uithouden; harden; dulden; uitzingen; opvangen; incasseren; iets verduren; verdragen; doorstaan; verteren; verduren; doorleven; velen; torsen; gebukt gaan onder; verstouwen; verstuwen; beer
Wiktionary Translations for washing-bear:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • washing-bear | → wasbeer | ↔ raton laveur — mammifère originaire d’Amérique du Nord qui a une fourrure poivre et sel, des yeux entourés d’un masque noir bordé de blanc et une queue rayée de blanc et de noir. Son nom taxinomique est Procyon lotor. |