Summary
English to Dutch: more detail...
-
adjustability:
The word adjustability exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for adjustability from English to Dutch
adjustability: (*Using Word and Sentence Splitter)
- adjust: aanpassen; bijstellen; instellen; afstemmen; afstellen; regelen; bijsturen; zich aanpassen; zich schikken; zich voegen naar; zich voegen; ding rechtzetten
- ability: vaardigheid; capaciteit; aanleg; talent; bekwaamheid; gave; knobbel; vernuft; begaafdheid; scherpzinnigheid; vermogen; geldelijk vermogen; kracht; kwaliteit; kunde; kundigheid; ter zake kundigheid; geschiktheid; kunst; truc; behendigheid; kunstje; kunstgreep; handigheid; motorvermogen