English
Detailed Translations for anchor ring from English to Dutch
anchor ring: (*Using Word and Sentence Splitter)
- anchor: anker; muuranker; vastleggen; aanleggen; vastmaken; vastbinden; meren; aanmeren; afmeren; vastmeren; verankeren; steun; steunpilaar; toeverlaat; ankeren; bladwijzer; objectanker
- ring: ring; soort sieraad; bellen; aanbellen; piste; wielerbaan; rondje; cirkel; kring; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen; ketting; keten; snoer; aaneenschakeling; telefoneren; door de telefoon praten; bonzen; kringel; kringvormig; overgaan; luiden; telefoontje; belletje; beieren; telefonisch bericht; cirkelvorm; kringen vormen
anchor ring:
Translation Matrix for anchor ring:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | annulus; doughnut; halo; ring |