Summary
English to Dutch: more detail...
-
apprise:
-
Wiktionary:
apprise → inlichten
apprise → berichten, informeren, inlichten, verwittigen, voorlichten -
Synonyms for "apprise":
advise; notify; give notice; send word; apprize; inform
instruct
appreciate; revalue; increase
revalue
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for apprise from English to Dutch
apprise: (*Using Word and Sentence Splitter)
- app: toepassing; programma
- rise: stijgen; opzetten; toenemen; vermeerderen; gedijen; groter worden; aangroeien; aanzwellen; aanwinnen; aanwassen; de hoogte ingaan; uitbreiding; groei; verhoging; aanwinst; versterking; expansie; aangroei; toeneming; vermedevuldigen; rijzen; omhoogrijzen; groeien; opgroeien; groot worden; opstaan; verheffen; omhoogkomen; gaan staan; stijging; klimmen; omhoog komen; omhoogstijgen; omhoog rijzen; in de lucht omhoogstijgen; opstijgen; opvliegen; hoger worden; heuvel; bult; vordering; vooruitgang; toename; opwellen; opborrelen; naar boven gaan; omhooggaan; vermeerdering; aanwas; aangroeiing; hogerop komen; zich opwerken; bevorderd worden; uittorenen; uitrijzen
apprise:
Translation Matrix for apprise:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | advise; appreciate; apprize; give notice; instruct; notify; revalue; send word |
Synonyms for "apprise":
Antonyms for "apprise":
Related Definitions for "apprise":
Wiktionary Translations for apprise:
apprise
Cross Translation:
verb
-
to notify
- apprise → inlichten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• apprise | → berichten; informeren; inlichten; verwittigen; voorlichten | ↔ informer — instruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose. |
• apprise | → berichten; informeren; inlichten; verwittigen; voorlichten | ↔ renseigner — Donner des renseignements. (Sens général). |
External Machine Translations: