English
Detailed Translations for backbiter from English to Dutch
backbiter: (*Using Word and Sentence Splitter)
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
- bite: hap; snap; in een hap en een snap; happen; toehappen; toebijten; dichtbijten; toesnauwen; snerpen; aanbijten; knauw; mondvol
- Back: Terug
backbiter:
Translation Matrix for backbiter:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | defamer; libeler; maligner; slanderer; traducer; vilifier | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | maligner; slanderer |