English
Detailed Translations for billystick from English to Dutch
billystick: (*Using Word and Sentence Splitter)
- billy: bok; mannetjesgeit
- stick: plakken; kleven; vastlijmen; iets vastkleven; stok; staaf; staf; stang; baton; klitten; aan elkaar hangen; aaneenplakken; aan elkaar kleven; schacht; knuppel; knoet; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; blijven hangen; vast blijven hangen; lijmen; stagneren; pook; vastplakken; vastkleven; versnellingshandel; op hetzelfde niveau blijven; takje; loot; twijg; stam; phylum; samenplakken; vastkoeken; slaghout; hakhout; hockeystick; grijpen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; omhoogzitten
billystick:
Translation Matrix for billystick:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | baton; billy; billy club; nightstick; truncheon |
Synonyms for "billystick":
Related Definitions for "billystick":
External Machine Translations: