Summary
English
Detailed Translations for burn off from English to Dutch
burn off: (*Using Word and Sentence Splitter)
- burn: branden; markeren; brandmerken; inbranden; van stigma's voorzien; verschroeien; verzengen; blakeren; zengen; aanbakken; brandwond; verbranding; brandplek; aanbranden; afbranden; uitbranden; platbranden; leegbranden
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
burn off:
Translation Matrix for burn off:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | burn; burn up |