English
Detailed Translations for catch on from English to Dutch
catch on: (*Using Word and Sentence Splitter)
- catch: pakken; vangen; grijpen; vatten; klauwen; verstrikken; betrappen; snappen; opdoen; oplopen; onverlangd krijgen; buitmaken; opvangen; wat neervalt opvangen; buit; vangst; tong; schoot; schuif; grendel; verschuifbare sluiting; aanpakken; vastpakken; vastgrijpen; vastnemen; beetnemen; beetpakken; beetgrijpen; inpakken; inpalmen; vastklampen; aanklampen; knip; deurknip; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; onderschepping; knipsluiting; knipslot; azen; prooizoeken
- on: aan; bij; erbij; erop; ten behoeve van; ten; ten tonele
catch on:
Translation Matrix for catch on:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | cotton on; get it; get onto; get wise; latch on; tumble; twig |
Synonyms for "catch on":
Related Definitions for "catch on":
External Machine Translations: