English
Detailed Translations for cross-file from English to Dutch
cross-file: (*Using Word and Sentence Splitter)
- cross: overschrijden; kruis; gebaar na gebed; kruisvorm; boos; kwaad; giftig; nijdig; verbolgen; gebelgd; vertoornd; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; kruisje; teleurstellen; tegenvallen; afvallen; benadelen; ontgoochelen; frustreren; duperen; laten zakken; kruisbeeld; crucifix; oversteken; narrig
- File: Bestand
- file: map; ordner; legger; opbergmap; dossier; vijl; bewaren; opslaan; opbergen; archiveren; vijlen; file; rij; colonne; gelid; klapper; hoofdboek; bestand; rij manschappen
cross-file:
Translation Matrix for cross-file:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | register |