English
Detailed Translations for detergent builder from English to Dutch
detergent builder: (*Using Word and Sentence Splitter)
- detergent: wasmiddel; waspoeder; zeeppoeder; afwasmiddel; vaatwasmiddel; schoonmaakmiddel
- build: bouwen; construeren; opbouwen; uitbouwen; aanbouwen; bijbouwen; lichaamsbouw; constitutie; uiterlijk; figuur; gedaante; postuur; vorm; gestalte; oprichten; optrekken; overeindzetten; in elkaar timmeren; ineentimmeren; timmerend in elkaar zetten; compileren; lichaamspostuur; build
- builder: bouwer; bouwondernemer; aannemer; verbouwer; opbouwfunctie
detergent builder:
Translation Matrix for detergent builder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | builder |