English
Detailed Translations for eat out from English to Dutch
eat out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- eat: gebruiken; eten; nuttigen; consumeren; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; opeten; leegeten; vreten; opvreten; schaften; lessen; tegoed doen; laven; lenigen; souperen
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
eat out:
Translation Matrix for eat out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | dine out |