English
Detailed Translations for ever-changing from English to Dutch
ever-changing: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ever: ooit; steeds; voortdurend; constant; continu; permanent; doorlopend; onophoudelijk; altijd; eeuwig; voor altijd; immer; voor het leven; altoos; voor immer
- change: veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; verandering; mutatie; wijziging; modificatie; ombuiging; ommekeer; kentering; ommezwaai; verkleden; omkleden; andere kleren aantrekken; wisselgeld; kleingeld; ruilen; wisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; hervorming; omschakeling; transformatie; omkeer; modificeren; amenderen; omwerken; overstappen; overstap; wisseling; uitwisseling; omruiling; ruiling; ruiltransactie; keer; wending; keerpunt; verwisseling; omwisseling; omruil; verruiling; ruil; inruil; richtingsverandering; ombuigen; verbuigen; krom buigen; overdoen; hernieuwen; opnieuw doen; herziening; amendement; overplaatsing; amendering
- changing: verandering; wijziging; hervorming; omwisselen; wending; omschakeling; transformatie; omkeer; veranderen; wijzigen; modificeren; amenderen; muteren; herziening; amendement; amendering; fluctuerend; heen en weer bewegend; verschoning; schone luier
ever-changing:
Translation Matrix for ever-changing:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | changing |