English
Detailed Translations for farm building from English to Dutch
farm building: (*Using Word and Sentence Splitter)
- farm: boerderij; hoeve; boerenhoeve; boerenhofstede; pachten; boerenbedrijf
- build: bouwen; construeren; opbouwen; uitbouwen; aanbouwen; bijbouwen; lichaamsbouw; constitutie; uiterlijk; figuur; gedaante; postuur; vorm; gestalte; oprichten; optrekken; overeindzetten; in elkaar timmeren; ineentimmeren; timmerend in elkaar zetten; compileren; lichaamspostuur; build
- building: bouwwerk; gebouw; pand; opbouwen; constructie; samengesteld geheel; samenstelling; organisatie; opbouw; systeem; structuur; ordening; bouw; bouwsector; huis; perceel
farm building:
Translation Matrix for farm building:
Other | Related Translations | Other Translations |
- | annex |