English
Detailed Translations for feel out from English to Dutch
feel out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- feel: zien; voelen; merken; waarnemen; bemerken; bespeuren; gewaarworden; ontwaren; ervaren; beleven; ondervinden; iets voelen; betasten; bevoelen; inleven; meeleven; invoelen
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
feel out:
Translation Matrix for feel out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | check out; sound out |