English
Detailed Translations for flame up from English to Dutch
flame up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- flame: flikkeren; vlammen; flakkeren; laaien
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
flame up:
Translation Matrix for flame up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | blaze up; burn up; flare |