English
Detailed Translations for flare out from English to Dutch
flare out: (*Using Word and Sentence Splitter)
- flare: fakkel; toorts; flambouw; schijnen; stralen; sprankelen; flikkeren; glanzen; fonkelen; twinkelen; signaalvlam; lichtkogel; olifantspijp; soulpijp; lichtgranaat; wijde broekspijp
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
flare out:
Translation Matrix for flare out:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | flare |