Summary
English to Dutch: more detail...
-
gearstick:
The word gearstick exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "gearstick":
gearshift; shifter; gear lever; mechanical device
-
Synonyms for "gearstick":
English
Detailed Translations for gearstick from English to Dutch
gearstick: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gear: tandwiel; tandrad; versnelling; schakelinrichting; kleding; kleren; tenue; plunje; uitrusting; benodigde; versiering; outfit; uitzet; monstering; outillage; uitmonstering; harnas; tuig; toom; gareel
- stick: plakken; kleven; vastlijmen; iets vastkleven; stok; staaf; staf; stang; baton; klitten; aan elkaar hangen; aaneenplakken; aan elkaar kleven; schacht; knuppel; knoet; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; blijven hangen; vast blijven hangen; lijmen; stagneren; pook; vastplakken; vastkleven; versnellingshandel; op hetzelfde niveau blijven; takje; loot; twijg; stam; phylum; samenplakken; vastkoeken; slaghout; hakhout; hockeystick; grijpen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien; omhoogzitten
- Gear: Tandwielen
gearstick:
Translation Matrix for gearstick:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | gear lever; gearshift; shifter |