Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. grammars:
  2. grammar:
  3. Wiktionary:


English

Detailed Translations for grammars from English to Dutch

grammars:

grammars [the ~] noun

  1. the grammars
    de taalboeken

Translation Matrix for grammars:

NounRelated TranslationsOther Translations
taalboeken grammars

Related Words for "grammars":


grammar:

grammar [the ~] noun

  1. the grammar
    de grammatica; de spraakkunst; de spraakleer
  2. the grammar
    het taalboek

Translation Matrix for grammar:

NounRelated TranslationsOther Translations
grammatica grammar
spraakkunst grammar
spraakleer grammar
taalboek grammar

Related Words for "grammar":


Synonyms for "grammar":

  • descriptive linguistics

Related Definitions for "grammar":

  1. the branch of linguistics that deals with syntax and morphology (and sometimes also deals with semantics)1

Wiktionary Translations for grammar:

grammar
noun
  1. rules for speaking and writing a language
grammar
noun
  1. een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal.
  2. een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal
  3. een stelsel van regelmatigheden die optreden in een taal

Cross Translation:
FromToVia
grammar grammatica; spraakkunst Grammatik — das Regelsystem einer Sprache
grammar spraakkunst; grammatica; spraakleer grammaire — Règle d’une langue