English
Detailed Translations for green goods from English to Dutch
green goods: (*Using Word and Sentence Splitter)
- green: groen; groenkleurig; groengekleurd; grasveld; gazon; grasperk; lover; loof; groente; park; stadspark; gebladerte
- good: goed; artikel; zaak; ding; voorwerp; object; item; leuk; fijn; aangenaam; prettig; plezierig; plezant; behaaglijk; geschikt; bekwaam; capabel; competent; lief; zoet; braaf; voorbeeldig; deugdzaam; akkoord; in orde; mee eens; deskundig; vakkundig; vakbekwaam; oordeelkundig; ter zake kundig; product
- goods: waar; waren; goederen; koopwaar; handelswaar; zaken; dingen; spullen; goedje; zaakjes; artikelen; voorwerpen; colli
green goods:
Translation Matrix for green goods:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | garden truck; green groceries; produce |