English
Detailed Translations for headdress from English to Dutch
headdress: (*Using Word and Sentence Splitter)
- head: hoofd; bol; hoofd van een mens; baas; chef; voorman; werkbaas; kop; kopzin; hoofdeinde; opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman; krop; opeengepakte bladeren; knotten
- dress: jurk; robe; aantrekken; aankleden; aandoen; kleren; tenue; gewaad; verwachting; zwangerschap; dracht; kleden; zich kleden; uitmonsteren; zich tooien; japon; jurkje; opmaken; afwerken; versieren; garneren; opsmukken; schotels garneren; zich aankleden; uitdossing; uniform; livrei; kleding
headdress:
Translation Matrix for headdress:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | headgear |
Synonyms for "headdress":
Related Definitions for "headdress":
External Machine Translations: