English
Detailed Translations for hold forth from English to Dutch
hold forth: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Hold: In wachtrij; Wachtstand
- hold: vasthouden; niet laten gaan; bak; pot; ton; vat; emmer; kuip; fust; barrel; teil; greep; vastpakken; beetnemen; beetpakken; realiseren; beseffen; inzien; onderkennen; doorzien; handhaven; stand houden; aanhouden; oppakken; arresteren; gevangennemen; inrekenen; houdgreep; beethouden; opsluiten; vastzetten; in de cel zetten; scheepsruim; wachten
- for: want; à; voor; naar; ten behoeve van; toe; naar toe
- forth: voort
hold forth:
Translation Matrix for hold forth:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | discourse; dissertate | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | pontificate; pontify |