Summary
English
Detailed Translations for holdfast from English to Dutch
holdfast: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hold: vasthouden; niet laten gaan; bak; pot; ton; vat; emmer; kuip; fust; barrel; teil; greep; vastpakken; beetnemen; beetpakken; realiseren; beseffen; inzien; onderkennen; doorzien; handhaven; stand houden; aanhouden; oppakken; arresteren; gevangennemen; inrekenen; houdgreep; beethouden; opsluiten; vastzetten; in de cel zetten; scheepsruim; wachten
- fast: snel; vlot; vlug; rap; vasten; abstineren; onthouden; vluchtig; haastig; kortstondig; terloops; plotseling; onverwacht; opeens; ineens; plots; onverwachts; abrupt; onverhoeds; plotsklaps; eensklaps
- Hold: In wachtrij; Wachtstand
holdfast:
Translation Matrix for holdfast:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | fastener; fastening; fixing |
Synonyms for "holdfast":
Related Definitions for "holdfast":
hold fast:
Translation Matrix for hold fast:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | adhere; bind; bond; stick; stick to |